De meta-mirror in de praktijk: Empathie in de rechtbank


P. MERLEVEDE, 7 lessen in emotionele intelligentie met 26 oefeningen, p. 155:

Gerry Spence (“How to argue and to win every time”, 1995, St.Martin’s Griffin, New York) een beroemd Amerikaans advocaat die nog nooit een rechtszaak verloor, schreef in 1995 een boek dat aangeeft hoe je elke discussie kunt “winnen”.

Bij het doorlezen van het boek blijkt dat hij een meester is in empathie, en zich inleeft in de positie van andere betrokkenen bij een rechtszaak, om zo tot een “eerlijk proces” te komen. Hij houdt hierbij zeer expliciet rekening met de mogelijke reactie van de opponent (tweede positie) en kijkt hoe men voor het systeem (derde positie) tot de beste oplossing kan komen.

Judith Delozier en John Grinder ontwikkelden in het midden van de jaren ’80 het model van de perceptuele posities (cfr. infra voor definities).

Enkele van zijn technieken, vertaald in termen van perceptuele posities:

1)      Situatie: Formuleer je argumentatie zo dat ze ook rekening houdt met de situatie van je opponent.

Ga in tweede positie met je opponent. Wat wil hij bereiken? Wat is de positieve intentie?

Ga in derde positie: Hoe kan je een win-win situatie bereiken? Hoe kun je jouw positieve intentie verzoenen met de positieve intentie van de opponent?

2)      Woordkeuze: kies bij een argumentatie je woorden zodat je je opponent niet tegen je opzet.

Ga in tweede positie met je opponent: hoe komen jouw woorden bij hem over?

Pas je woorden aan om geen nodeloze wrevel op te roepen of om geen discussie uit te lokken.

3)      De waarheid: met leugens kan je de andere misschien voor een tijdje om de tuin leiden, maar zodra de andere doorheeft dat je liegt, ben je verloren.

4)      Ga in tweede positie met de opponent, de rechter, de jury, …: Wat wil die partij horen? Hoe zal hij weten dat je oprecht bent? Wat zijn zijn gevoelens tegenover jou?

Vertel de waarheid op een manier dat zij overtuigd zijn dat je waarheid vertelt.

Als er zwakke punten zijn in je argumentatie, geef ze dan zelf aan (als je opponent ze bekritiseert zal het resultaat voor jou slechter zijn).

Zeg hen wat je denkt dat hun gevoelens zijn (zoals je ze kon opmaken vanuit tweede positie).

Voor het overige kan je in zijn technieken ook andere modellen uit dit boek herkennen, zoals bijvoorbeeld het gebruik van je emoties (les 4) en het afstemmen op de anderen (les 6).

Besluit:

Om een situatie volledig te kennen heb je de drie waarnemingsposities nodig. Een stuk van het succes van Gerry Spence zit in het bespelen van deze posities. Door de drie posities te gebruiken krijg je verschillen, en die verschillen geven je op hun beurt meer keuzemogelijkheden. In les 7 kan je technieken vinden om op basis van deze informatie, met behulp van je creativiteit nog meer emotionele intelligentie te bekomen. Een prachtig voorbeeld van het gebruik van meerdere posities vind je tenslotte bij Einstein, in wiens relativiteitstheorie de eerste positie en de positie van de observator een belangrijke rol spelen?!?

Eerste positie (ik-positie) = kijken, luisteren, voelen vanuit jezelf.

Mensen met een sterke eerste positie weten goed wat ze zelf willen. Om je eerste positie te versterken: bouw een goede verstandhouding op met jezelf.

Vragen:

– Wat VOEL JIJ NU?

– Wat WIL JIJ NU?

– Wat zijn jouw verlangens, behoeften, waarden?

Bv. Ik voel me niet goed in dit werk, ik wil meer verantwoordelijkheid.

Ik voel me niet goed i n die relatie, ik cijfer mezelf teveel weg.

Tweede positie (jij-positie) = kijken, luisteren en voelen vanuit de ander.

Mensen met een sterke tweede positie hebben de vaardigheid om zich in te leven in hoe de ander zich voelt en wat de ander denkt, motiveert enz.

Om je vaardigheid te verhogen om in tweede positie te gaan:

– gevoelsmatig associëren, in de huid van de ander kruipen;

– beter observeren en vaststellen welke observaties belangrijk zijn.

Vraag: Als je in de schoenen van de ander staat, hoe zie je dan de zaken en wat voel je?

Het antwoord maakt dat je de andere begrijpt; dat je begrijpt wat zijn of haar gedragingen motiveren. Misschien zou je wel hetzelfde doen als je in zijn/haar plaats stond.

Bv. Het standpunt van de chef: “Ik durf mijn medewerker geen verantwoordelijkheid te delegeren, ik vrees om de controle te verliezen.”

Het standpunt van de partner: “Ik neem initiatief omdat ik mijn partner gelukkig wil maken en omdat mijn partner zo weinig zelf aanbrengt”

Derde positie (zij-positie) = de positie van waaruit je jezelf, de ander en de interactie tussen beiden kunt waarnemen.

Mensen met een sterke derde positie kunnen zien hoe ze zelf vastzitten in systemen en hoe ze, door hun eigen gedrag te veranderen voor de ander een gunstige omgeving scheppen om ook te veranderen.

Om de derde positie aan te leren, is het noodzakelijk om eerst goed in eerste en tweede positie te gaan.

Vraag: Hoe wordt het gedrag van de ander bepaald door jouw gedrag en hoe wordt jouw gedrag bepaald door het gedrag van de ander?

Deze positie levert informatie op om de vicieuze cirkels, die aanwezig zijn in conflicten, te doorbreken.

Bv. De situatie gezien vanuit het systeem: “De medewerker gedraagt zich kritisch tegenover zijn baas omdat die hem geen verantwoordelijkheid delegeert, maar de baas delegeert niet omdat de medewerker zo kritisch is.”

De situatie gezien vanuit het systeem: “de man voelt zich niet goed omdat de partner zoveel initiatief neemt, maar de vrouw neemt veel initiatief omdat de man niets aanbrengt”.

Metapositie (observator positie / vogelperspectief) = gedissocieerd, van op een afstand naar de persoon kijken.

Mensen met een sterke metapositie tegenover zichzelf beschrijven zichzelf van buitenaf en zijn zelfkritisch.

Vragen:

– Hoe zie je jezelf?

– Van buitenaf bekeken, wat is er typisch aan je gedragingen?

Deze positie levert interessante informatie op over het extern gedrag, over hoe je communiceert naar buiten toe.

Bv. Observatie van de medewerker: “Hij voelt zich niet goed (omdat hij geen verantwoordeiijkheid krijgt), en daarom kan hij niet meer vriendelijk zijn tegenover zijn chef. Hij heeft geen oogcontact en praat met korte zinnen.

Observatie van de man: “hij cijfert zichzelf weg omdat de partner zoveel initiatief neemt.”

Leave a comment